Eindterm 3: Zelfstandig oefenen

De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving.

Vele leerkrachten maken tegenwoordig gebruik van Bingel. Hiermee kunnen leerlingen op een speelse, ICT-gestuurde manier op eigen tempo de al geziene leerstof herhalen. De leerkracht heeft een eigen profiel waarin hij/zij kan aanduiden welke oefeningen de leerlingen kunnen zien, en waarop zij zelf de resultaten van de leerlingen kan bekijken. Ook kan ze aanduiden of de leerlingen eerst specifieke taken moeten maken. Zo niet, kunnen ze vrij werken en zelf openstaande oefeningen kiezen. Dit alles is op maat van het kind en met de exacte leermiddelen die ook op school gebruikt worden. De perfecte manier dus om één keer per week leerlingen te remediëren (wat ik makkelijk kon doen in de computerklas in mijn stageschool) of -als de school die mogelijkheid niet heeft- als huiswerk mee te geven.

De site is ontwikkeld door uitgeverij Van In en van bijna alle leer- en handboeken die zij uitgeven, staan de leerinhouden per hoofdstuk/thema/woordpakket/... beschikbaar. De beschikbare materie voor het 2de jaar, is dus de volgende:

Wiskunde: Rekensprong Plus 2, Nieuwe Pluspunt 2,

Wereldoriëntatie: Ankers 2, Wegwijzers 2, Op Verkenning 2

Nederlands: Tijd voor Taal 2, Boekentoppers 2, Tijd voor Taal - spelling 2

Godsdienst: Tuin van Heden.nu 2

Zelf heb ik Bingel ingezet als huiswerk, omdat we in de computerklas deze twee weken moesten werken rond Wereldoriëntatie. Ik leerde de leerlingen woordpakket 19 van Spelweg aan. Hierbij leren ze dat je een woord met een eindklank t kan verlengen om te horen of je het basiswoord met een d of een t moet schrijven. Ik heb even moeten zoeken naar de juiste opdracht, maar bij Tijd voor Taal - spelling 2, bleek dat woordpakket 13 te zijn. De woorden waren bijna identiek dezelfde. De opdracht zelf zag er zo uit:

De leerlingen slepen de d of de t naar het juiste plaatsje in de zin. Begrijpen ze te opdracht niet omdat ze nog niet zo goed kunnen lezen, kunnen ze op de luidspreker duwen en wordt de opdracht voor hen voorgelezen. Ze krijgen ook meteen feedback als het juist is door het lachende mannetje dat erop verschijnt. Zetten ze hun hoofdtelefoon op, zullen ze ook vaak gesproken positieve feedback horen.

Is het fout, duidt Bingel de fout aan en komt er een hulptekstje om de leerling naar het juiste antwoord te leiden. Ook dit kan voorgelezen worden door op de luidspreker te klikken. De leerlingen kunnen de oefening dan opnieuw maken tot ze het juist hebben. 

Bingel werkt motiverend voor de leerlingen omdat de oefeningen allemaal leuk ogen en aangepast zijn aan het niveau van het kind. Door de oefeningen te baseren op de handboeken, weet Bingel precies hoe ver de leerlingen staan, wat de beginsituatie van de leerlingen is,... De opdrachten vallen dus allen perfect in de zone van de naaste ontwikkeling. In mijn geval testte de oefening dus of de leerlingen de regel van eindklank t begrepen. Zeker omdat het een mengelmoes was tussen gekende en nieuwe woorden. Bingel is een veilige leeromgeving (precies afgebakend) waar de leerlingen zelfstandig, doelmatig en verantwoord (zie eindterm 2) oefeningen op kunnen maken. 

Daarbuiten verdienen de leerlingen ook iets als ze de oefeningen maken. Per oefening krijgen ze een aantal pp (pingping) waarmee ze items kunnen kopen om hun avatar (het mannetje dat je kan zien in de bovenstaande afbeeldingen) te ontwerpen. Ze kunnen het geslacht bepalen, de huidskleur en het gevoel. Ook kunnen ze hun avatar aankleden, dit dan betalend met pp: hoeden, haar, brillen, snorren, baarden, kledij bovenlichaam, kledij onderlichaam, schoenen, kousen en extraatjes. Vinden ze dit niet leuk, kunnen ze met hun pp ook spelletjes spelen. Een spelletje "torenhoog" kost bijvoorbeeld 35 pp. Door te werken met pp moet de leerkracht niet de hele tijd op de schermen kijken om te controleren of de leerlingen wel bezig zijn. De leerlingen kunnen niet de hele tijd spelletjes spelen. Daarvoor hebben ze pp nodig en die kunnen ze alleen verdienen door opdrachten te maken.